De overspelige vrouw
Jezus, een kei in graag zien! Je kan dat verhaal vertellen of in toneelvorm brengen. Aan jou de keuze!
Ruiten boer
De overspelige vrouw
Wie van jullie heeft nooit iets verkeerds gedaan? Die moet als eerste een steen naar de vrouw gooien.
- Jezus
Vertel of speel dit stukje evangelie (Johannes 8, 1-11) in toneelvorm.
MOGELIJKHEID 1: Overspelige vrouw (Johannes 8, 1-11) – de tekst
Jezus ging naar de Olijfberg. De volgende ochtend vroeg ging Jezus weer naar de tempel. Het hele volk kwam naar hem toe. Jezus ging zitten, en gaf uitleg over God. Toen brachten de wetsleraren en de farizeeën een vrouw bij Jezus. Ze had met een andere man geslapen, en dat was ontdekt. De wetsleraren en de farizeeën zetten de vrouw in het midden neer. Ze zeiden tegen Jezus: ‘Meester, deze vrouw heeft met een andere man geslapen, en dat is ontdekt. Volgens de wet van Mozes moet zo’n vrouw gedood worden. Wat is uw oordeel?
De wetsleraren en de farizeeën hoopten dat Jezus iets strafbaars zou zeggen. Want dan konden ze hem aanklagen. Maar Jezus boog zich voorover en schreef met zijn vinger in het zand.
De wetsleraren en de farizeeën bleven hun vraag herhalen. Toen keek Jezus op en zei: ‘Wie van jullie heeft nooit iets verkeerds gedaan? Die moet als eerste een steen naar de vrouw gooien’. Daarna boog Jezus zich opnieuw voorover en schreef weer met zijn vinger in het zand.
Toen liepen de mensen één voor één weg, de leiders van het volk eerst. Jezus bleef alleen achter met de vrouw die bij hem gebracht was. Hij kwam overeind en zei tegen haar: ‘Waar is iedereen gebleven? Heeft niemand je veroordeeld?’ De vrouw zei: ‘Nee, Heer, niemand’. Toen zei Jezus: ‘Ik veroordeel je ook niet. Ga naar huis, en doe vanaf nu geen verkeerde dingen meer’.
MOGELIJKHEID 2: Overspelige vrouw (Johannes 8, 1-11) – toneel
Jezus praat met zijn volgelingen (staan aan de ene kant van het ‘podium’). De farizeeërs (staan aan de andere kant) loeren naar Jezus en zijn volgelingen en voeren hierover een gesprek.
Wetgeleerde 1: Zie hem daar eens staan … Jezus, de populaire man.
Hij is het weer aan het uitleggen.
Farizeeër 1: En die sukkelaars geloven elk woord dat hij zegt. Ze hangen gewoon aan zijn lippen.
Farizeeër 2: Het is niet te geloven. Ze geloven hem zomaar op z’n woord.
Wetgeleerde 1: Het wordt dringend tijd dat we daar iets aan doen. Straks heeft hij hier alles voor het zeggen en hebben wij niets meer te piepen.
Farizeeër 1: Maar wat kunnen we doen?
De farizeeërs en wetgeleerde kijken bedenkelijk. Schriftgeleerde 1 en 2 komen toevallig voorbij. Ze zijn druk in gesprek.
Schriftgeleerde 1: Oei, oei, welke lange gezichten. Wat is er aan de hand? Slecht geslapen?
Farizeeër 2: Nee, helemaal niet. Ons probleem staat daar.
Wetgeleerde 1: Ja, onze Jezus met z’n grote verhalen en z’n talrijke volgelingen … We moeten hem eens een lesje leren.
Farizeeër 1: Maar hoe gaat wij dat doen. Hebben jullie geen idee?
Schriftgeleerde 2: Goh, nee, eigenlijk niet.
Schriftgeleerde 1: Awel, we hadden het er net nog over. Deze van nr. 15, die daar in dat krot van een huis woont. Ze heeft haar man bedrogen.
Schriftgeleerde 2: En ’t is al niet de eerste keer dat ze dat gedaan heeft.
Farizeeër 1: Ja, dat is het! Daar kunnen we wel iets mee doen.
Wetgeleerde 1: Eigenlijk feitelijk, in de wet staat geschreven, dat overspelige vrouwen gestenigd moeten worden.
Farizeeër 2: Goh, wat zou onze Jezus daarvan zeggen … Een vrouw laten stenigen zal onze ‘heilige man’ zeker niet toe laten.
Wetgeleerde 1: Zo overtreedt hij de wet … en dan hangt hij!
Schriftgeleerde 1: We gaan ze halen. Ik ben benieuwd wat hij er van zal zeggen.
MUZIEK
Schriftgeleerde 1 en 2 gaan af. Jezus en zijn volgelingen blijven babbelen. Wetgeleerde 1, farizeeërs 2 en 3 babbelen en wijzen richting Jezus.
Schriftgeleerde 2: Hier hebben we ze.
Wetgeleerde 1: Goed, kom we gaan naar Jezus. We gaan hem eens ‘goede raad’ vragen.
Wandelen samen naar Jezus.
Wetgeleerde 1: Jezus, mogen wij u even storen.
Jezus: Natuurlijk. Spreek mijn zoon.
Wetgeleerde 1: Deze vrouw heeft overspel gepleegd.
Farizeeër 2: We hebben ze zelfs betrapt. Met onze eigen ogen!
Wetgeleerde 1: Eigenlijk feitelijk, in de wet staat dat ze moet gestenigd worden. Wat denk jij hiervan?
Jezus buigt voorover en schrijft in het zand.
Farizeeër 1: Wat is hij daar nu weer aan ’t doen in dat zand?
Schriftgeleerde 2: Alé Jezus, wat heb je daar op te zeggen?!
Jezus staat weer recht.
Jezus: Wie van jullie heeft in z’n hele leven nog nooit gezondigd? Die persoon mag de eerste steen werpen.
Jezus zit terug op zijn hurkje en schrijft verder in het zand. De overspelige vrouw staart voor zich uit, kijkt heel ongelukkig en ook wat angstig.
Schriftgeleerde 2: Ja, we staan weer even ver.
Farizeeër 1: Het heeft niets uitgehaald.
Schriftgeleerde 1: We geraken er maar niet vanaf.
Farizeeër 2: We gaan iets straffers moeten bedenken.
Wetgeleerde 1: Vroeg of laat zal hij een misstap begaan en dan hangt hij zeker!
Iedereen druipt af zodat enkel Jezus en de overspelige vrouw blijven staan. Jezus staat weer recht.
Jezus: Waar is iedereen? Heeft niemand een steen geworpen?
Overspelige vrouw: Neen, Heer, niemand.
Jezus: Ik zal ook geen steen werpen. Ga terug naar huis en beter uw leven.
Overspelige vrouw vertrekt.