De ark van Noach

De Ark van Noach

Kijk! Een regenboog! Dit is een teken van mijn liefde.

- God

Speel dit bijbels verhaal van Noach (naar Genesis 6,9 - 9,17) in toneelvorm en laat de leden mee acteren.

• God staat op een verhoog of op de preekstoel in de kerk. Spreek traag en articuleer goed!
• Anderen staan (op het podium) voor de leden.
• Attributen:
  • Verkleedkledij aangepast aan het verhaal
  • Een palmtakje voor de vredesduif!
  • De boot
  • De regenboog

Verteller: De wereld die God gemaakt had, was mooi en goed. Maar de mensen maakten God droevig. Ze maakten ruzie, dachten alleen aan zichzelf ... Ze zorgden niet voor de wereld die God hen had gegeven. God had spijt.

God: Ik vind het echt jammer dat ik de Aarde en de mensen gemaakt heb. Ik zal het slechte allemaal wegspoelen met regen. Veel regen! De wereld moet een nieuw begin krijgen.

Verteller: Maar er was één man die probeerde te leven als een goed mens. Zijn naam was Noach. God zag hem héél graag. Hij koos Noach uit als zijn helper.

God: Noach, ik wil de wereld terug mooi en goed maken. Wil jij mij helpen?

Noach: Natuurlijk. Wat moet ik doen?

God: Luister goed, Noach. Er zal regen komen, veel regen, om de wereld schoon te wassen. Iedereen zal verdrinken. Maar ik wil jou en je gezin redden. En ook twee dieren van elke soort. Jij moet een reusachtige boot bouwen, een ark. Maak hem zo groot dat er voor iedereen een plekje is.

Verteller: Noach vertrouwde op God. Hij ging aan de slag om de ark te bouwen, net zoals God had gezegd. Al snel had iedereen over die reusachtige boot gehoord. De mensen kwamen kijken en lachten Noach uit.

Kijker: Waar wil je die boot laten drijven? Er is niet eens water!

Verteller: Toen de ark klaar was, vulden Noach en zijn gezin hem met genoeg eten voor iedereen en wachtten ...

Plots kwam er in de verte een reusachtige stofwolk aanzetten. Ze werd alsmaar groter!

Vrouw van Noach: Kijk daar! Alle dieren die God heeft uitgekozen, komen naar onze boot!

Koppel 1: Wij zijn dieren die rennen en gaan mee in de ark!

Koppel 2: Wij zijn dieren die kruipen en gaan mee in de ark!

Koppel 3: Wij zijn dieren die knorren en gaan mee in de ark!

Koppel 4: Wij zijn dieren die blaffen en gaan mee in de ark!

Koppel 5: Wij zijn dieren met een lange slurf en gaan mee in de ark!

Verteller: Allemaal kwamen ze naar de ark: twee aan twee. Noach bekeek alle dieren aan boord. Toen iedereen veilig binnen was, deed hij de deur dicht. Het begon te regenen, steeds harder en harder.

STORMMUZIEK of zelf een storm nabootsen!!!

Noach: Wat een storm!

Verteller: De wind gierde, de bliksem flitste en de donder dreunde. De regen bleef maar vallen en bedekte het hele land. Veertig dagen en veertig nachten regende het aan één stuk door. Alles stond onder water. Alleen de ark bleef mooi op de golven mee drijven. Op een ochtend werd Noach wakker.

Noach: Luister en kijk! Het regent niet meer!

RUSTIGE WATERMUZIEK of zelf kabbelend water nabootsen!!!

Vrouw van Noach: Wat moeten we nu doen?

Noach: Nu moeten we wachten.

Verteller: Wekenlang dreven ze over de kalme zee en wachtten af. Toen liep de ark vast op de top van een berg. Heel langzaam was het water aan het zakken. Op een dag liet Noach een duif los om naar droog land te zoeken. De vogel kwam 's avonds terug en zei:

Vogel: Ik kan geen land vinden. Overal is er water. Ik ben heel moe.

Noach: We moeten nog iets langer wachten.

Verteller: Na enkele weken liet Noach terug een duif los.

Noach: Breng ons een teken!

Verteller: De hele dag stond Noach met zijn dieren op de uitkijk. Toen het donker werd, hoorden ze zacht geklap van vleugels.

Noach: Kijk eens! Ze is terug! Ze heeft een takje van een olijfboom in haar snavel. Er steken al bomen boven het water uit!

Verteller: Een week later stuurde Noach de duif weer weg. Ze kwam niet meer terug. Ze had droog land gevonden.

God: Noach, dat is een nieuw begin voor de wereld! Laat je gezin en de dieren nu naar buiten gaan. Zoek een nieuwe woonplaats en vul de aarde met nieuw leven!

Noach: Kom vrienden!

Verteller: Noach opende de deuren en met blijde kreten stormden de dieren naar buiten. Daarna plaatste God een regenboog aan de hemel.

God: Kijk! Een regenboog! Dat is een teken van mijn liefde. Ik zal de wereld nooit meer helemaal onder water zetten. Dat beloof ik. Steeds als na de regen de zon schijnt, zal ik een regenboog aan de hemel zetten als herinnering aan wat nu gebeurde.