Natuurlijk gevaar

In de natuur spelen en ravotten hoort bij KSA. Maar niet alle diertjes of planten zijn heel lief voor ons, zoals teken, reuzenberenklauw en eikenprocessierups.

Hittegolf tijdens kamp?

• Drink voldoende water. Meer dan normaal. Wacht niet tot dat je dorst hebt, maar las vaste drinkpauzes in. Kies voor waterrijk fruit (bv. watermeloen) als vieruurtjes of dessert.
• Draag luchtige, lichtkleurige kledij. Wit stoot hitte af.
• Zet kinderen een licht petje of hoedje op. Smeer ze in met zonnecrème van minstens factor 30.
• Zoek zoveel mogelijk schaduw op. Speel een spel in een schaduwrijk bos.
• Hou het rustig tussen 12 en 16u. Voer een siësta of platte rust in. Sommige groepen hebben sowieso al een kampuur, waardoor ze iets vroeger opstaan om koeler aan de dag te beginnen.
• Vermijd zware inspanningen. Een dagtocht of tweedaagse tijdens een hittegolf zijn echt wel uit den boze.
• Wees extra waakzaam over bederfelijk voedsel. Hou dat koel in een frigo op 4° C. Voor meer informatie over voedselveiligheid tijdens een hittegolf verwijzen we graag naar de vernieuwde website opkamp.be

Vuur maken (bij droogte) tijdens kamp? 

• Vraag na bij je kampgemeente of er een verbod geld en wat de regels zijn. 
• Voor Vlaanderen kan ook je bij Agentschap Natuur en Bos zien of er waarschuwingen gelden voor de regio waar je op kamp bent. 
• Wees waakzaam en voorzichtig bij droogte. We raden af om dan vuur te maken voor de veiligheid van iedereen op kamp en de omgeving. 
• Opkamp.be/vuur bundelt alles wat je moet weten over het maken van een (kamp)vuur. 
• Zorg dat je steeds je vuur onder controle hebt en hou water in de buurt.
• Gebruik je kampvuur niet voor het opbranden van je kampafval. 

Onweer tijdens (tenten)kamp?

• Controleer of er niets meer rondslingert op het terrein: spelmateriaal, kleren, gereedschap ...
• Laat de activiteiten van de kinderen zo lang mogelijk gewoon doorgaan, maar zorg ervoor dat ze tijdig in het droge zitten. Stel ze op hun gemak en verstrooi hen met een spelletje of een verhaaltje.
• Als het ’s nachts onweert, zorg er dan zeker voor dat er leiding in de buurt is, liefst zelfs ín de slaaptenten.
• Zorg ervoor dat alle tenten goed opgesteld zijn, zoals het hoort. Dan kan je ze gemakkelijk volledig afsluiten, ook onderaan. De wind mag geen vrij spel krijgen. Zorg ervoor dat de tenten stevig verankerd zijn. Vooraf alle muren van haringen voorzien en vastmaken is de boodschap. Span het zeil goed aan en zorg ervoor dat het tijdens de storm opgespannen blijft (maar ook niet te hard: dan komen de haringen uit de grond of knappen de touwen). Het is aangewezen om in elke tent een hamer en enkele reserveharingen te voorzien.
• Wat het touwwerk van shelters en tenten betreft: span ze niet keihard op (kwestie van rekening te houden met de dynamiek van inkrimpen en uitzetten). Zet ze onder een gewone spanning en let erop dat ze onmogelijk teveel wind kunnen vatten. Haal er zeker eventuele paaltjes vanonder!
• Verwacht geen wonderen van greppeltjes. Je bent beter af met een op voorhand goed uitgekozen plaats en een fatsoenlijk opgestelde tent, dan met inderhaast gegraven greppeltjes. De kleine kanalen kunnen de hoeveelheid water toch niet verwerken. In plaats van water krijg je nu smurrie in de tent. Bovendien vinden de meeste uitbaters het niet leuk dat hun grasland omgeploegd wordt.
• Als je toch overgaat tot het graven van greppeltjes, doe het dan in de mate van het mogelijke rond de hele tent, en niet enkel langs de kant waar het onweer vandaan komt. Het is vooral de bedoeling om het water gemakkelijker in de grond te laten dringen.
• In de tenten ga je zelf beter een ietsje van de grond liggen. Alle materiaal haal je sowieso van de grond weg.
• Hou bij onweer nooit ijzeren tentpalen vast! Ze fungeren als bliksemafleider.
• Zorg dat de kinderen steeds met een droge kledij gaan slapen.