Jaarthemaverhaal
Er was eens een ieniemienie klein rupsje zonder kleur. Dat rupsje kon je bijna niet zien. Zo onopvallend was het.
Het kroop wat rond op zoek naar eten. Om te groeien. Maar het vond niet meteen iets lekkers.
Op een dag kroop het rupsje over een KSA-plein. Overal speelden kindjes en maakten ze heel veel plezier. Dat vond het rupsje wel leuk! En het begon te eten: eerst alles wat de kleinsten deden, daarna alles wat de iets grotere kindjes deden, dan alles wat de nog grotere en zelfs alles wat de grootste kinderen deden!
Terwijl het rupsje at, kreeg het wat kleur. Wat geel, wat oranje, wat rood, wat paars, wat groen en wat bruin! Waauw, wat werd dat rupsje mooi!
Na het bezoek aan KSA had het rupsje heel veel stralende kleuren. Daar kon je niet naast kijken! Maar het rupsje was ook niet meer klein. Het was groot en lang. Het vel van de rups stond op springen. Het rupsje wou precies uit zichzelf groeien!
Het besloot eventjes te rusten en wat te slapen. Het kroop in een cocon en begon te dromen van alles wat het in KSA gezien had: originele spelletjes, hechte vriendschappen, samenwerking, schitterende decors, mateloos enthousiasme, plezier ... Wat was het leuk om in KSA op te groeien!
De volgende ochtend wou de rups zich uitstrekken. Maar het voelde wat vreemd aan. De rups moest wat draaien en keren om zich los te wrikken uit de cocon. Door het geduw en getrek van de rups barstte de cocon open! De rups sloeg twee vleugels uit en kon een val naar beneden maar nipt vermijden …
Euuuh … een rups heeft toch geen vleugels? Ah nee, uit de cocon kroop geen rups, maar fladderde een kleurrijke vlinder weg. De rups was uitgegroeid tot een pracht van een vlinder. Een vlinder die uitstraalt wat KSA is. Zo kan de vlinder andere KSA’ers inspireren en begeleiden om op een dag uit zichzelf te groeien …