Het is goed te vertrekken van vragen die inzoomen op verschillende aspecten van wat je wil evalueren: bijvoorbeeld een spel, de organisatie van een evenement of je werking.
- Voor het evalueren van een spel kan je gebruik maken van de spelevaluatietool.
- Wil je eerder de werking van je groep evalueren? Dan kunnen de vragen bij 'Het traject van een vrijwilliger' van pas komen.
Uit de bespreking kan je de sterke en zwakke punten van je activiteit/evenement/werking afleiden. Sterke punten moet je behouden en zo mogelijk verder versterken, zwakke punten moet je in de toekomst vermijden. Dat kan je doen door dingen aan te passen, toe te voegen of weg te laten.
Om gestructureerd lessen te trekken uit je evaluatie, kan je gebruik maken van het verbeterschema. In het midden van het schema schrijf je wat je evalueert. Daarrond geef je antwoorden op vier vragen:
- Wat willen we behouden?
- Wat willen we aanpassen?
- Wat willen we toevoegen?
- Wat willen we weglaten?